We zijn inmiddels al weer in het luisterrijke plaatsje Tonopah. Een klein voormalig zilvermijn-stadje in het westen van Nevada. Je komt er, door heel lang over rechte wegen dwars door dorre valleien met ‘sagebrush’ te rijden. Sagebrush komt in westerns altijd voorbij gewaaid.
We waren in het vorige stukje gebleven bij Capitol Reef, waar een stuk aarde 65 miljoen jaar geleden met veel geweld omhoog is gekomen. Het is woest, maar de vallei rond de rivier is heel idyllisch en groen. Dat vonden de mormonen ook en hebben zich vroeger hier gevestigd. Er waren wat overstromingen, dus een gedeelte van het park was gesloten, maar wat we zagen was erg mooi.
Het volgende park, Bryce Canyon, was drukker. Het is een bijzonder mooi park, dus ook populair. Als je eenmaal gaat wandelen valt de drukte mee. Bryce is een enorm natuurlijk amfitheater met bijna sierlijke roodbruin met witte zandsteenpilaren. We wandelden door een buitenaards landschap naar plekken die ‘Sunset point, Rainbow point en Inspiration point’ werden genoemd. De zonsondergang op het rode gesteente was een spectaculaire show.
Nog geen beren gezien, maar die komen in deze gebieden nog niet voor. Wel hebben we weer heel veel herten gezien, waaronder de Pronghorn Antilope. Een foto van zo’n hert zat bij het vorige verhaaltje. Echt bijzonder is het feit dat we 10 Californische Condors hebben gezien. Deze enorme roofvogels zijn met uitsterven bedreigt. Dat maakte het nog specialer. Die ontmoeting kostte ons weer aardig wat foto’s en video…
Die Condors woonden in Zion National Park. Een plek die zeer warm is, en waarvan ik niet wist dat er ook tarantula’s wonen. Dit zijn enorme spinnen die in de rotsen wonen, waarvan ik er gelukkig geen gezien heb! Ik loop liever door een park met beren!
Dat gaan we dan nu ook doen, want vandaag rijden we naar Yosemite National Park: zwarte beren land.
Nog 1 park is vermeldenswaard, namelijk Great Basin National Park. Het ligt midden in de dorre warme vlakte van Nevada. Het park is eigenlijk een berg, Mount Wheeler, die als een enorme pukkel uit het landschap oprijst tot een hoogte van bijna 4000 meter. We zijn gaan wandelen op de top, maar we deden het rustig aan. Op deze hoogte is ademen moeilijker en je voelt je al snel licht in het hoofd en zwaar in de benen. Het was in ieder geval de moeite waard, want de wandeling liep door een bos van dennen ‘Bristlecone pines’ die de oudste bomen op aarde zijn. Bij sommige stond een bordje, bijvoorbeeld ‘born: 1200 bc’, (geboren 1200 voor Christus). Dat maakt indruk. Al foto-hoppend hebben we een halve dag tussen deze oudjes doorgebracht. Vooral dood waren ze erg fotogeniek. De bomen rotten niet weg, maar eroderen gewoon. Hierdoor kunnen ze nog duizenden jaren dood blijven staan. Wat mooi is voor de fotograferende medemensch!
Tijd om te vertrekken nu. We laten het dorre landschap even achter ons, en duiken onder in de weelderige natuur van de Sierra Nevada.