Dit is ons tweede verslag over ons avontuur in Japan (2019). Lees optioneel het eerste of derde verslag.
We hadden een dag met ononderbroken plensbui als staart van een tyfoon. Maar verder is het weer hier overwegend prima. 21 graden en zon!
Hokkaido is momenteel getooid in prachtige herfstkleuren, van diverse tinten rood en oranje tot goudgeel. Heel mooi, maar het trekt ook veel bejaarde Japanners aan, die in bussen rondtrekken. Iedereen wordt hier heel erg bang gemaakt voor beren, waardoor men hier rond loopt met een berenbel; een bel die aan je rugzak hangt die constant klingelt – ontzettend irritant. Het idee is dat een beer je hoort aankomen, waardoor die de benen neemt. Het lastige is dat je, als je wilt wandelen, je je dus eerst een weg moet banen langs diverse geriatrische klokkenspelen, voor je het idee hebt dat je in de natuur bent.
Hokkaido heeft prachtige natuur, maar ze maken het dus vaak moeilijk om ervan te genieten. Er zit natuurlijk wel wat in om mensen en natuur gescheiden te houden, want dat is uiteraard beter voor de natuur, maar het is daardoor ook lastiger om hier een ‘natuur-ervaring’ te krijgen. Japan is soms een beetje over-georganiseerd, en ook qua natuur houden ze alles graag in de hand, met korte overzichtelijke wandelpaden (die druk zijn), duidelijke bordjes in het vloeiend Japans, en veel beleefdheids-etiquette als je mensen wilt inhalen op de smalle paden. Niet precies waar wij op uit zijn. Het vraagt dus enig geduld en doorzettingsvermogen, maar dan wordt je wel beloond met prachtige natuurparken, bergen, meren, rivieren, fumarolen en vulkanen. En die herfst, die heeft er zin in!
Het eiland lijkt op een grote manta-rog, en we begonnen in de staart, bij Hakodate.
Eerste stop was Shikotsu-Toya National Park. Je ziet hier overal vulkaanactiviteit. In de vorm van hele oude kratermeren of kokende modder en fumarolen die uit zeer actieve vulkanen omhoog blazen. Of in de vorm van een stadje dat half door de modder is bedekt na een uitbarsting. Erg vervelend als er ineens een aantal vulkanen in je dorp naar boven komen. Toya-ko is dus gedeeltelijk een ghost-town. Je kunt daar tussen de opengebroken wegen, begroeide snelwegen en lege gebouwen wandelen op keurige paden met bloembakken ernaast. Een vreemd maar intrigerend soort ramp-toerisme.Vanwege de regen zijn we daarna meteen doorgereden naar Daisetsuzan National Park, een prachtig groot park met hoge bergen midden op Hokkaido. Blue pond is een helder blauw meer, dat is ontstaan door grondwerk, wat veel aluminium uit de bodem los maakte. Het meer staat vol dode bomen en is door zijn blauwe kleur erg fotogeniek.
Een wandeling naar de Ansei-krater was spannend, omdat je tussen de fumarolen door liep en het pad niet echt duidelijk was. De pika’s (hamster-achtige diertjes) vonden het geen goed idee dat wij er waren en maakten dat verbaal heel duidelijk met luid gepiep. Toen het ineens heel mistig werd, besloten we toch maar terug te gaan. Je wilt niet per ongeluk in een kokende stoomwolk terecht komen. Toch spannend om op een actieve vulkaan rond te lopen!
Ze hebben hier ook prachtig moerassig veengebied. Planten met enorme bladeren, veel berken, paddestoelen, kleine dennenboompjes en af en toe een wasabi-kleurig vennetje. Daarna zochten we het hoger op. We konden met een kabelbaan een gedeelte de Asahidake op. Verder naar boven wandelend waren er mooie kratermeertjes, rotsen, fumarolen en zelfs hier en daar wat sneeuw.
Tenninkyo en Sounkyo liggen in een vallei waar de wanden bijzondere rotsvormen hebben. Overal mooie watervallen en eerder genoemd herfstkleuren-festijn.
Voor de Kogen-numa Meguri wandeling (alles klinkt hier al snel als een soort sushi) bij Bear mountain moesten we om 5 uur de wekker zetten. Je kon daar alleen komen met een bus die over een hobbelende onverharde weg de bergen in slingerde en stuiterde. Daar aangekomen moesten we een informatieve video bekijken, die je wees op alle gevaren van wandelen in bruine-beren-gebied. De meeste mensen hebben zowel een berenbel als een telelens bij zich. Iedereen komt om beren te zien, maar jaagt ze tegelijkertijd weg met de herrie…
Ook hier weer prachtige meren. De meeste mensen keerden halverwege om, maar je kon ook een ronde hiken, weliswaar over een veel minder begaanbaar pad. Je moest wat stroompjes oversteken en over rotsen klauteren. Geen beer gezien (en wij lopen zonder bel), maar het landschap was fantastisch mooi en wild. Met flinke spierpijn en een kaartje vol foto’s voldaan weer bij de camper aangekomen.
Wat betreft het kamperen in Japan: er zijn weinig campings, en als ze er zijn is het vaak alleen voor tenten, of zijn ze gesloten in deze periode. Ze hebben hier wel Michi-no-eki, wat ‘wegstations’ zijn waar je gratis kunt parkeren en overnachten op een parkeerplaats. Er is altijd een openbaar toilet en soms een winkel met souvenirs en plaatselijke producten. Niet de meest sfeervolle plekken maar wel praktisch. Het is verder erg onhandig dat je nergens je afval kwijt kunt. Je wordt verwacht het mee naar huis te nemen… Euh… Ook kun je je er niet wassen, maar gelukkig kennen ze in Japan ook ‘Onsen’! Door alle vulkanische activiteit komt er op veel plekken heet water naar boven wat opgevangen wordt in baden waar je voor een kleine vergoeding in kunt gaan zitten. Mannetjes en vrouwtjes gescheiden. Eerst op een krukje jezelf wassen, en dan heerlijk in het hete water zitten. Vooral erg fijn na een flinke wandeling. En in de camper wacht dan een Japanse whisky. Best uit te houden.
In veel bossen hier is het opvallend stil. Je hoort en ziet weinig vogels. Er zijn vooral libellen, raven en roofvogels. Die libellen zie je wel in enorme zwermen (het is paartijd) en die raven zijn joekels en zitten altijd erg fotogeniek op paaltjes en takken. Toch hebben we met wat moeite inmiddels ook Sika herten, vossen, pika’s, eekhoorns, grondeekhoorns en 2 slangen gezien.
We hadden dus behoefte aan wat meer wildlife. Die hoopten we te vinden in Shiretoko National Park. Dit park ligt in het noord-oosten van Hokkaido, op een schiereiland pal onder Rusland. We reden eerst door landbouwgebied. Volgens ons komen alle uien ter wereld uit dit gedeelte van Japan. Hokkaido heeft een ander landschap dan de rest van Japan, want het hoorde bij de ‘Russische aardplaat’ en je ziet hier minder rijstvelden, maar des te meer uien, aardappels en pompoenen. Op Shiretoko ontmoeten de bergen de zee, en dat geeft altijd mooie landschappen en zonsondergangen. En vis!
We besloten wat boottochten te maken; de eerste vanuit Utoro aan de west-kant. Prachtige kliffen, watervallen, rotsachtige eilandjes met aalscholvers en meeuwen en jawel, beren! De zalmtrek is begonnen, dus op de plaats waar de rivier en de zee samen komen, zie je soms beren op zalmen vissen. We konden zelfs anderhalf uur genieten van een moeder beer en haar puber die samen door de rivier sprongen om vis te vangen. Wat een prachtige beesten! Ook de zee-arenden houden van zalm. Je krijgt wel honger van al die activiteit, dus zelf ook maar een moot in de pan gegooid toen we weer terug waren bij de camper. Wel goed om je heen kijken op z’n tijd of er geen ongenode gasten op je kampeerplek af komen…
Dit smaakt naar meer, maar nu eerst wat foto’s (van zowel Anke als Koen)
Dit is ons tweede verslag over ons avontuur in Japan (2019). Lees optioneel het eerste of derde verslag.
Wow wat is het daar prachtig!
Mooi! Lees na terugkomst het boek Japan van Cees Nootenboom, zo herkenbaar om nu op jullie beelden te zien van de national parcs. Pas op voor de opkomende thyphoon komend weekend! Lieve groetjes Mirjam (van Zwijsen)