Yosemite National Park is Graniet en Groen. Na een paar uur rijden kom je van de dorre vlakten van Nevada in een prachtig landschap vol bergen, beekjes en bomen. De granieten bergen waar het park om bekend staat doen het leuk op de foto met het water en de weiden in de vallei. Er was overigens weinig water in deze tijd van het jaar, dus de beroemde Bridal veil falls waren veranderd in een tamelijk miezerig vallend beekje. Het is het populairste park van de USA, dus zelfs in september aardig druk. Verder was er een maand geleden een uit de hand gelopen ‘controlled fire’. Ze steken een gedeelte in de fik, wat hoort bij het onderhoud van het bos. Helaas was deze dus ‘out of control’, waardoor een enorm gedeelte van het park verbrand is. Oeps, foutje. Mede daardoor hebben we in Yosemite geen beren gezien. Die houden niet zo van bbq. Wel zagen we een ‘rockslide’, een stuk berg dat met veel geraas naar beneden donderde. Gelukkig stonden wij op de tegenoverliggende berg!
Na Yosemite was Kings Canyon National Park aan de beurt. Een hele andere ervaring dan Yosemite. Veel minder toeristisch en zeker net zo mooi. Je rijdt vanuit een dal met yucca’s, slangen, hagedissen en rotsen naar een hoog gelegen canyon met woeste rivieren en enorme bergen. Eigenlijk een verademing na het georganiseerde Yosemite.
We logeerden in Cedar grove, bij road’s end, jawel, waar de weg gewoon ophield. Vanaf daar kon je fantastisch wandelen. We deden de ‘misty falls trail’ naar, jawel, weer goed, een waterval waar nogal wat water vanaf kwam, zelfs in deze tijd van het jaar. De tocht was 17,5 kilometer. Dat is best veel in de brandende zon, bergop- en afwaarts. En dan de vliegen/mugjes… Fijn, die natuur. We moesten ondanks een bad in anti-muggen-spul bijna de hele route met petjes, handen en zelfs stukjes varen voor ons gezicht wapperen om niet gek te worden van die beestjes in je gezicht. We wapperden ons een weg naar boven door een prehistorisch aandoend landschap en werden beloond met een prachtig zicht op de waterval. Spierpijn in de kuiten en in de rechterhand, maar het was het zeker waard! Als toetje kregen we eindelijk onze beer te zien. Natuurlijk niet op de wandeling, maar gewoon een paar kilometer van de lodge, bij een parkeerplaatsje. Het was een slimme beer, dus hij was weg voor we een foto konden maken.
Cedar Grove lodge is een kleinschalige motel/herberg, dus ’s avonds hebben we nog gezellig met het personeel zitten keuvelen en een bourbon gedronken.
Sequoia National Park ligt tegen Kings Canyon aan, maar heeft een totaal ander landschap. Hier gaat het om bomen. Niet zomaar bomen, maar de grootste bomen op aarde. (Jawel, oudste, grootste… we houden van extremen.) Nergens anders op aarde komen de sequoia’s nog voor. De grootste (in volume, dus niet de hoogste) heet ‘General Sherman’ en is onderaan ruim 12 meter breed en 84 meter hoog. Ongeveer zo groot als een gebouw met 20 verdiepingen. Ze zijn niet allemaal zo groot, maar de meeste wel gigantisch. We zijn naar de Redwood Mountain Grove gereden. Lopen tussen deze giganten is eigenlijk een spirituele ervaring.
Overigens ook hier regelmatig geblakerde bomen. De sequoia heeft vuur nodig om zich voort te planten. Door het vuur gaan de dennenappels open en het vuur op de grond zorgt voor ruimte en vruchtbare aarde. Vroeger sloeg de bliksem regelmatig in, waardoor de boom zichzelf voortplantte. Verbazingwekkend systeem. Met de tegenwoordige blustechnieken moet de natuur echter een handje geholpen worden.
Morgen gaan we weer een stukje rijden. Het mooie sprookjesbos uit en… de woestijn in. Death Valley en de Mojave dessert staan op het programma. Euh… cactussen en coyotes? We gaan het zien.