De wekker gaat. Het is vijf uur en nog donker buiten. Snel een kopje koffie en een banaan. Ontbijt komt later wel. Zachtjes rijden we de campsite af en slaan af in de richting van het bos. Het langzaam opkomende zonlicht onthult overal sluiers van nevel. Fotografisch gezien heel mooi, maar het maakt onze zoektocht wel moeilijker. We stoppen een paar keer voor een omgevallen boom of een kleine hooiberg, maar uiteindelijk wordt onze moeite beloond; daar staat er één! In de ochtendschemering langs de rand van het bos staat een wisent-stier, een Europese bison!
We weten dat we niet veel tijd hebben. Als de zon op is gaan ze terug naar het bos, en de kans om ze dan nog te zien wordt dan nog veel kleiner.
Als we uiteindelijk besluiten om op zoek te gaan naar een ontbijtplek horen we een enorme oerkreet. We weten inmiddels: dat klinkt als een brullend hert, en het klonk dichtbij. Ontbijt moet even wachten. Een stuk verderop komt de herrieschopper uit het riet gerend. Boven de nevel zweeft een kop met een groot gewei. Het ziet er buitenaards uit, vooral door het geluid wat hij maakt. Onder invloed van hormonen rent hij in het ochtendlicht door de velden, op zoek naar ruzie of sex. Hoe toepasselijk voor een oerbos.
We zijn inmiddels in het laatste stukje oerbos van Europa: Bialowieza nationaal park. Het ligt tegen de grens met Wit-Rusland. Een gedeelte ligt aan de andere kant van de grens, dus we moeten goed kijken waar we gaan wandelen. Je wilt niet per ongeluk aan de andere kant belanden…
Het bos is prachtig: aha, zo hoort een bos eruit te zien. Niet de keurige aangeharkte bossen die we hier hebben, maar een echt woud van omgevallen bomen, honderden soorten paddestoelen in allerlei kleuren, groene moerasjes, mos, varens en echt enorme oude linden, essen, iepen, sparren en beuken. Er staan zelfs eiken van meer dan 400 jaar oud.
Je mag het binnenste gedeelte van het park alleen in met een gids en we besloten een privé-gids te huren. Arek is een aardige, introverte, oudere man die ons een dag meeneemt door het oerbos. Op de heenweg zien we in de verte nog 3 bisons. Dat was bijzonder, zei Arek, want meestal zitten ze in de bossen. Alweer geluk! Arek wist ons heel veel te vertellen over het bos waar hij al ruim 30 jaar gids is. Hij had zelfs van veel flora en fauna de namen in het Nederlands geleerd! We konden goed begrijpen waarom hij al die tijd door dit majestueuze bos wilde lopen.
In de dagen erna struinen we zelf door het toegankelijke gedeelte van het bos (sommige gebieden zijn afgezet), op zoek naar grote bomen en wilde dieren. Als het hard waait klinkt het bos alsof je in een schip zit. Het krakende hout klinkt als een horror-film. Wat een mooi park is dit! En gelukkig veel rustiger dan het zuiden!
Na 5 dagen oerbos werd het tijd voor het volgende park: Biebrza nationaal park, een enorm ‘wetland’ van laagveenmoeras, rivieren en rietvelden. Een walhalla voor vogels, bevers en elanden. Een zeer korte ontmoeting met een Europese eland in Bialowieza was te kort, en dit park beloofde veel… Maar soms heb je pech. Na 3 dagen wandelen in het park hadden we ze wel gehoord, maar nog geen eland of bever gezien. Wel vossen, kraanvogels en slangen, en we hebben prachtige wandelingen gemaakt door moerassen, langs zwarte vennen en natte bossen. Ook een leuke fietstocht. De parken in dit deel van Polen lenen zich uitstekend voor ontdekking vanaf een fietszadel.
Op een kampeerplek langs een idyllische rietveld worden we door een Pools koppel uitgenodigd om de volgende ochtend mee paddestoelen te gaan plukken voor het ontbijt. Dat is spannend, want we moeten wel vertrouwen hebben in hun kennis. De vrouw lijkt er veel vanaf te weten, dus we krijgen een lesje in het herkennen van twee soorten die eetbaar zijn. Er zijn ook paddestoelen die er heel erg op lijken, maar die giftig zijn… Dus. Het is erg leuk om het bos in te gaan om je ontbijt te verzamelen. Bij terugkeer hebben we ze samen bereid voor een heerlijke brunch. En we leven nog!
Het werd langzaamaan tijd om terug te rijden naar het westen. Onderweg hebben we nog even genoten van alweer een mooi park: Kampinos national park, wat tegen Warschau aan ligt. Met als logo een eland… Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Het park doet wat denken aan een enorme ‘Loonse en Drunense duinen’. Het heeft zandverstuivingen, bossen en moerassen. Ook hier weer uitgekeken naar elanden, maar niet gezien. Wel werden we belaagd worden door hertenluisvliegen – super vervelende beesten. Natuur is leuk, maar niet als het in je haar kruipt. Onze laatste nacht op een kampeerplek in een grote tuin, waar we alleen stonden, zorgde nog wel voor een spannend staartje.
Midden in de nacht werden we wakker van wat klonk als brallende dronken jongeren. Er was commotie en er werd druk met zaklampen geschenen. Er stond een groep mannen tot op een meter van de bus! What the f..? De herrie bleef, dus Anke ging buiten eens informeren wat er aan de hand was, maar iedereen keek naar de andere kant van tuin. Het leek alsof er iemand door de tuin rende. Was het politie, op jacht naar een dief? Toen rende er ineens een jonge eland door de tuin! Was dit een jacht, midden in de nacht in een camping/tuin..? Onwaarschijnlijk… Een man werd omver gelopen door de jonge eland dat duidelijk in paniek was, waarna de andere mannen het dier uiteindelijk de poort uit kregen. Wat bleek: Er stond de halve nacht een eland-moeder met jong op een paar meter van onze camper te grazen. Terwijl we rustig sliepen… Het jong is toen in een vijver gevallen waar het niet uit kon. Uiteindelijk moesten er twee brandweerauto’s aan te pas komen om de 120 kilo zware baby uit de plomp te trekken, waarna die natuurlijk in paniek door de tuin rende. Hebben we ook allemaal gemist! Op het staartje na dan. Na dagen naar elanden uit gekeken te hebben, kwamen ze toch nog even hallo zeggen. Niet echt de natuur-ervaring waar we naar zochten, maar wel een mooi verhaal.
Onze laatste nacht in Düsseldorf, waar we de camper terug zouden brengen, was ook weer spannend. We hadden onze eigen auto opgehaald, maar moesten de camper de volgende ochtend nog schoon maken. De camping was dicht, dus stonden we alleen op de parkeerplaats van een bos waar overdag mensen hun hond uit laten. In de nacht was het verlaten. Er stopte een auto op de parkeerplaats en er stapte iemand uit. Het licht van een telefoon was te zien. Tien minuten later kwamen er drie auto’s aan. Eentje bleef staan bij de enige uitgang van de parkeerplaats. De andere twee gingen pal achter onze auto en onze camper staan. Ze blokkeerden dus zo onze mogelijkheid om weg te komen. Dit leek op een overval! Auto op slot. Motor starten. Desnoods rammen we met ons zwijntje de auto achter ons… De auto’s reden door en parkeerden een klein stukje verderop. We hadden geen zin om ons bang te laten maken. Anke stapte uit de camper en vroeg aan de man met de telefoon die er nog steeds stond wat hier allemaal de bedoeling van was… en toen bleek het een ontmoetingsplek voor homoseksuelen te zijn… Okeeeee. Dat verklaarde een boel. Opgelaten en opgelucht.
De volgende dag hadden we nog even werk aan het zwijntje, maar na 3 uur werk was hij buiten (truck-wash) en binnen (Koen- en Anke-wash) weer helemaal tiptop. Op een geschampt buikje na…
Het was een bijzondere reis. Polen heeft prachtige natuur. Je moet er soms wat moeite voor doen, maar de beloning is fantastisch!
Prachtig verhaal en prachtige foto’s 😊